De overheidsregulering voor gezondheid en duurzaamheid van de gebouwde omgeving, die wordt vastgesteld in de nieuwe Omgevingswet, gaat de komende periode veranderen en mogelijk toenemen. De corona crisis versnelt dit proces naar verwachting alleen maar.
In een video-interview met het Blue Building Institute spreekt topjurist Regina Koning, specialist op het gebied van omgevingsrecht, die verwachting uit. De Omgevingswet, die nu op 1 januari 2022 van kracht zou moeten worden is een wetgevingsoperatie die ongekend is in Nederland. Mede door corona is de invoering van de Omgevingswet, die aanvankelijk op 1 januari 2021 in werking zou treden, vertraagd. De Omgevingswet, de wetgeving over de fysieke leefomgeving bundelt 26 bestaande wetten, meer dan 100 algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s) worden samengebracht in één wet. Er blijven 4 AMvB's over en één Regeling.
Aanpassing Ventilatie en isolatienormen
Koning: ‘Kijk je naar de uitvoeringsbesluiten, de AMvB’s, dan zie je dat daarbij als een rode draad de bescherming van de volksgezondheid als een uitgangspunt is genomen. Dat gaat mijns inziens tot veranderingen leiden, met corona op de achtergrond. Voorbeelden zijn ventilatie- of isolatienormen. Is de gezondheid met bepaalde normen nog wel gegarandeerd? Dat gaan we de komende jaren wel merken. Ik schat dat de regulering strenger gaat worden op dat punt.’
Koning wijst erop dat een van de uitgangspunten van de Omgevingswet decentralisatie is. De regelgeving moet worden opgesteld door het overheidsorgaan dat zo dicht mogelijk staat bij de bevolking en bij (lokale) bedrijven. Dat betekent dat heel veel besluitvorming bij de gemeente ligt en komt te liggen. De gemeenten krijgen ook meer ruimte om hun eigen regels te gaan stellen. Koning: ‘Dat zal naar verwachting meer zijn dan met het Bouwbesluit, waar alles nogal vast ligt. Gezondheid is behoorlijk vastgelegd in algemene regels, dan mag een gemeente niet zomaar zijn eigen regels opstellen. Maar er zit wel ruimte. En de ontdekkingstocht hoe groot die ruimte is, zal nog gaan plaatsvinden. Literatuur en jurisprudentie zullen zich gaan ontwikkelen. Mijn inschatting is dat er zeker een invloed van corona zal zijn.’
Relatie met Klimaatakkoord
Regina Koning schetst de relatie tussen het Klimaatakkoord en de Omgevingswet. Het Klimaatakkoord is in 2019 gereed gekomen. Er zijn steeds meer partijen en organisaties die dat ondertekend hebben. Ook hier is een belangrijke regierol toegedicht aan gemeenten. Het Klimaatakkoord beschrijft maatregelen die nodig zijn om de doelen te halen die met het Parijse Klimaatakkoord in 2015 zijn gesteld. Die zijn ook beschreven in de zogenoemde Klimaatwet (op 1 september 2019 in werking getreden).
De Omgevingswet wordt actueel op het moment dat er maatregelen genomen moeten worden. Koning: ‘Het bijzondere is dat toen de Omgevingswet tot stand kwam, onderwerpen als klimaat en energie er niet in zijn meegenomen. Dus dat moet eigenlijk de komende periode nog gebeuren. Vertalen we dat door naar gebouwen en gezondheid dan denk ik dat daar nog een aantal aanpassingen komen in de regelgeving die klaar staat voor 1 januari 2022.’
De relatie tussen gezondheid en de Omgevingswet is zeer sterk. Op internet kan je deze vinden op de website ‘Aan de slag met de Omgevingswet’. Koning: ‘De Omgevingswet is gericht op een veilige en gezonde leefomgeving, dat staat letterlijk in de wettekst. Dat zie je vervolgens in alle AMvB’s, wetten en regelingen terugkomen, als een rode draad. Dus ook op het niveau van het beschermen van de fysieke leefomgeving, bijvoorbeeld de luchtkwaliteit. bodemkwaliteit, geluid, zwemwater. Dus ook de gezondheid in gebouwen zie je weer terug in wat nu het Bouwbesluit is, en straks het Besluit bouwwerken leefomgeving (afgekort Bbl). Het niveau wat we nu hebben zal minstens ook het niveau zijn in de Omgevingswet en het Bbl’
Integrale afweging
Koning schetst hoe de Omgevingswet grote invloed gaat krijgen op de manier waarop duurzaamheid en gezondheid van gebouwen is geregeld, of het in algemene regels is vastgelegd al dan niet gebiedsgericht voor een deel van de gemeente, of het verbonden moet worden aan een vergunning, of meldplicht. En bij welke overheidsorgaan je dan moet aankloppen, hoewel dat eenvoudiger gaat worden met het Digitaal Stelsel Omgevingswet (afgekort DSO).
‘Het is belangrijk voor marktpartijen dat goed te beseffen en ook dat die integrale afweging (naast duurzaamheid en gezondheid ook mobiliteit, natuur, water etc.) zo belangrijk is in de Omgevingswet. Je ziet dat bij gemeenten bijvoorbeeld een zogenoemde omgeving tafel in het leven wordt geroepen om er voor te zorgen dat een integrale besluitvorming kan worden gegarandeerd. Het is belangrijk dat marktpartijen dan begrijpen hoe besluitvorming tot stand komt en kunnen inspelen op de integrale benadering van overheden vanuit het oogpunt van de Omgevingswet.’
Comentarios